Woordennood

we werden moeilijk uitspreekbare woorden
onze tongen kronkelden en wrongen zich om de klanken
maar het was als platentektoniek met een defibrillator tot bedaren brengen
het schuren werd schudden en het schudden werd schelden

we werden bedolven door zand en aarde, stikten in afbraaksel van gesteente
groeven luchtgaten met onze klauwen en vroegen ons af
hebben we elkaar ooit hiermee aangeraakt?
in het donker krabbelden we naar de oppervlakte

wolven kwamen toen aan de korstjes van onze schaafplekken likken
bang zijn we nooit geweest want we wisten
dat we te bitter waren om verslonden te worden

doe niet zo dramatisch, riep iemand met de stem van een uil
doehóe niet, doehóe niet, klonk er vanuit de hoogte
dus deden we wat gevraagd werd, te moe om ons nog langer te verzetten

voorzichtig wikkelden we de tongen los, om een woordennood te forceren
legden ze naast elkaar op het grind
en keken

roze en warm lagen ze daar
roze en stil

Olga Teutler

Foto: Els Kort

Ergens op de Krim, toen de Sovjet-Unie nog bestond en je uren in de rij moest wachten op brood, werd in 1985 Olga Teutler geboren. Ze emigreerde naar Oegstgeest, en hoewel de Russische taal nog steeds haar gevoelswereld kleurde, leerde ze haar gewaarwordingen naar het Nederlands om te vormen. Ze werd psycholoog en hielp vluchtelingen en stervenden tot ze erbij neerviel. Toen vond ze poëzie en potloden. Binnenkort gaat ze als columnist aan de slag voor de Oegstgeester Courant. In mei 2025 staat ze in de jaarfinale poetry slam in Utrecht.