Berichten uit

Nepal en India

Pieter van den Broeke

vandenbroeke
 

Aflevering 1: Nepal

10-10-2025

vandenbroeke1

Nog geen bericht uit de bergen.

Misschien door het meestentijds alleen zijn ben ik nu pas aan het landen. Ik struikel minder vaak, de adrenalinegolven die me paniekerig naar camera, telefoon en geldbuideltje doen grijpen vlakken af, ik herken beter en sneller vriendelijkheid en glimlachen. De angstige toerist ontdooit en ontdekt daardoor de schoonheid te midden van de walmende en knetterende chaos. Dagelijks kuier ik de berg af naar de Boudhinath stupa, loop zoals iedereen rondjes rond het magistrale heiligdom, geflankeerd door eeuwenoude Tibetanen (m/v), hevig telefonerende monniken, jongeren die een paar weken terug stenen loswrikten (struikelgevaar!) en daarmee een revolutie ontketenden, toeristen uit de rest van de wereld en roedels slaperige honden. Een onafgebroken rondcirkelende stroom devotie en, ja echt, gezelligheid. En commercie natuurlijk, de eeuwige metgezel van het ommanipadmehum murmelen.

11-10-2025

vandenbroeke2

Een zelfbenoemde journalist sprak mij aan: hij zou zeer vereerd zijn wanneer ik instemde met een interview. Rustig plekje gevonden, chai erbij en kom maar op met die vragen! Mijn overwegend onnozele gebabbel ontlokte kreetjes van instemming en bewondering, ik kreeg er steeds meer lol in, hoewel ik me afvroeg hoe de 82-jarige voormalig bankmedewerker mijn pronte wijsheidjes ooit op papier zou krijgen, want aantekenblok of recorder had ie niet. Zijn format vereiste dat ik het stukje zelf zou tikken. Graag t.z.t. mailen, inclusief een aardige foto uit 1986, mijn doopjaar qua Nepal. Minder bewerkelijk dan Chatgpt. Dat ik daar nooit zelf aan heb gedacht bij de krant.

12-10-2025

vandenbroeke3

Nog steeds geen contact met de bergbedwingers, hoog boven de Wifigrens.

De iets te kalme berg verruild voor het rumoer van ‘Freakstreet’, voormalige residentie van meerdere generaties hippies (m/v), waar ik in een vorig bestaan kleverige hasjiesj betrok van een tamelijk ongure snaak.

Das war einmal.

De straat heet inmiddels Jhochhen Tole, bubble tea en matcha zijn de actuele genotmiddelen en hotel Nirvana Kuti huldigt een mij onbekende opvatting over het begrip paradijs, maar heeft wel een fraai tempeltje voor de deur en het buitenissige houtsnijwerk van de tempels op Durbar Square om de hoek.

vandenbroeke4

Stadse fratsen dus ook, inclusief een meerdaags jazzfestival, waarvan ik de openingsavond rum drinkend heb doorgebracht in gezelschap van twee Zweedse expats op leeftijd, een magere, joviale met cowboyhoed en een bozige graatmagere, wiens zwarte petje steeds verder over z’n voorhoofd zakte, vooral toen de Oostenrijkse baritonsaxofonist als reactie op een lauw applausje dreigde nogmaals een solo in te zetten.

Tien uur, dat is nachtwerk hier.

19-10

vandenbroeke5

Rajan en Zeena zijn mijn engelen hier in Bhaktapur – op de motor een half uur gaans van Kathmandu. Een week lang maak ik – langs de zijlijn, daar waar de onwetenden verblijven – onderdeel uit van hun bestaan, dat nu in het teken staat van Tihar (lichtjesfeest). Vijf dagen vol rituelen, symboliek, processies, muziek, aanbidding (kraaien, honden, koeien, broers en zussen en de godin Laxmi) en veel eten, waardoor ieder straatje, hoekje en pleintje een microkosmos is van kraampjes en stalletjes, die allemaal ongeveer hetzelfde als de buurman (m/v) trachten te slijten, een gegeven dat het heersende optimisme niet in de weg staat.

vandenbroeke6

De betekenis van al die religieuze handelingen ontgaat mij grotendeels, evengoed hobbel ik gewillig mee in deze flonkerende mengeling van kerst, carnaval, Sint Maarten en oudjaarsavond. Maar dan lichtvoetiger, buitenshuis, onder de gulle zon in deze Middeleeuwse droomstad, waar zich om de tien meter een nieuwe scène vol wonderlijkheden ontvouwt, zodat mijn urenlange slentertochten vooral neerkomen op kijken en opnieuw kijken naar mensen, dingen en situaties die ik niet begrijp, maar die wel blijven fascineren, deels door de schoonheid van al wat hier gebouwd, uitgehakt en getimmerd is, maar meer nog door al die glimlachen om me heen, de zachtmoedigheid en de stralende levenslust.

vandenbroeke7

20-10

Rajan en Zeena zijn jong, weten van de wereld en zitten op Insta. Khrisna Maya (zeg maar Mama) daarentegen is zeer oud. De gevolgen van een herseninfarct beperken haar bestaan tot bidden, hardgekookte eieren, bananen en oneindige hoeveelheden koekjes eten, mediteren (zij is into Bhagwan, Rana dito), Indiase series kijken en, naar ik vermoed, mopperen.

Af en toe kijkt ze me met haar ene nog functionerende oog aan, waarna ze glimlacht. Is dat vanwege die rode stip op mijn roze hoofd, een souvenir van de rituele puja, of is het solidariteit met de bezoeker die ook beperkt zicht heeft?

Mijn gejammer over oogproblemen en kapotte camera – beide mankementen openbaarden zich op de eerste dag van het lichtjesfeest – wekten de engel in Rana tot leven. Een paar telefoontjes later klom ik achterop de reeds ronkende Lee Enfield-motor, klemde mij vast aan het gebleekte spijkerjasje van mijn redder en scheurden we richting Kathmandu, naar de oogkliniek en de fotowinkel. Weer thuis trakteerde Zeena ons op een feestmaal in Newari-stijl, waarvan zelfs Mama glunderde.

Vrijdag krijg ik de ooginjectie en – als Laxmi een beetje gevoel in haar donder heeft – halen we m’n volledig genezen Sony op.

Pieter van den Broeke (Den Haag) was journalist bij AD/Haagsche Courant en is beeldend kunstenaar, fotograaf, culinair columnist en wereldreiziger.