Elders bespreekt

Heidens altaar

van Ulises Segura

B O E K B E S P R E K I N G

cover Heidens altaar

Ulises Segura,Heidens altaar
2022, In de Knipscheer, 142 pagina’s, € 16,50

Heidens altaar is de tweede verhalenbundel van Segura, waarvan de inhoud, net als zijn debuut De mooie mond van Bobby Cespedes, doet denken aan het Vlaamse magisch realisme van de vorige eeuw. Eigenlijk moet je daaraan toevoegen dat het net zo goed een lijntje heeft met schrijvers van fantastische boeken als Arthur Derleth, H.P. Lovecraft en Arthur Machen. Nog belangrijker is het misschien te wijzen op auteurs van deze eeuw als Jonathan Coe (met name zijn roman Nummer 11) en Sebastian Bolaño. Beiden schreven romans en verhalen waarin letterlijk alles mogelijk is. Dat vraagt iets van de lezer en gaat dan ook zeker op voor de verhalen van Ulises Segura. Hij zoekt immers de mogelijkheden van kort proza op, in een naar zijn hand gezette taal. Schrijvers die zich aan ‘regels’ houden, zullen nooit literatuur van enige waarde schrijven. Bij Segura gaat het soms om het verhaal binnen het verhaal, het spelen met diverse genres. Je denkt in het heden te zijn dat verleden blijkt. Af en toe moet je scherp lezen om de schrijver bij te houden in zijn tomeloze verteldrift… Hier is een auteur aan het woord die iets van zijn lezer vraagt in plaats van hem/haar zouteloze verhaaltjes voor te schotelen.

Een goed voorbeeld daarvan is het verhaal ‘De verzegeling’. Het begint in een kantine van een administratief centrum. Er is storm op komst. We lezen hoe de omgeving op het weer reageert en de kabbelende gesprekjes van het personeel. Na de aankondiging van de storm volgt een tweede cliffhanger. ‘Over de golven komt de wereld naar ons toe, zei Martin enthousiast, je hoort de gekste dingen als je goed zoekt.’ Segura laat de smalltalk over onteigeningen in de omgeving nog even voortduren. Nu over iemand die regelmatig langskwam en inmiddels overleden is. Ze memoreren wat hij over zijn ziekte vertelde en ook zijn paranoia op het gebied van indringers. ‘Duivels heb ik in mijn zak en horden engelen weet ik zo te balanceren op een speld.’ Met één regel zorgt de auteur dat je alert wordt. Je vraagt je af wat er speelt. En je vergeet het weer omdat het verhaal vervolgt. Tot het pand waar de gestorven man woonde, verzegeld moet worden. In een kist onder een tafel vindt de verteller muziekdoosjes. Net zo eentje als hij ooit als bedankje van de zieke man had gekregen. Het is een zoötroop, een animatieapparaatje. Zodra hij het aanzet, verschijnt een Vlaams landschap, maar al heel snel veel meer dan dat. Het blijkt een grenzeloos land te zijn. Samen met de verteller van het verhaal verzinkt ook de lezer in een totaal andere wereld en tijd waarin haast apocalyptische taferelen alle aandacht vragen. Die hele storm en kantine zijn we vergeten. Tot de speeldoos zijn laatste klanken laat horen en we terug in het heden zijn.

Ulises Segura is een meester in het manipuleren van zijn lezers en is bereid daar zijn hele trukendoos voor open te trekken. Wie bereid is tot avontuurlijk lezen, is bij hem aan het goede adres. Ongebreidelde fantasie en welgekozen woorden zorgen voor een leeservaring die je tegenwoordig zelden tegenkomt.

Boekbespreking door Ezra de Haan

Ezra de Haan (pseudoniem van Peter de Rijk, 1957) debuteerde met de novelle Vonk (1996). In 1999 volgde Kermis in de hel, een korte roman. Ik belde mijn muze (2003) was zijn eerste dichtbundel. De tweede, Scheren zonder spiegel, kwam uit in 2011. Voor zijn in het Roemeens vertaalde poëzie ontving hij de Premiul Naţional Tudor Arghezi. Zoeken naar Slory (2014), een road novel die zich in Suriname afspeelt, is zijn meest recente roman. In 2019 verscheen zijn literaire reisverhalenbundel De zwijguren. Ezra de Haan schreef en schrijft recensies voor o.a. Literatuurplein, Antilliaans Dagblad en Caraïbisch Uitzicht.