Elders bespreekt

Het hart van alle dingen

van Elisabeth Gilbert

B O E K B E S P R E K I N G

Het hart van alle dingen

Elisabeth Gilbert, Het hart van alle dingen
2013, Cargo, 559 blz., in de winkel € 29,99, als e-book € 9,99 of te lenen in een openbare bibliotheek.

Het boek werd me aangeraden in het laatste weekeinde van deze zomer, tijdens een spelletje jeu de boules. Met zo veel enthousiasme dat ik die maandag meteen naar de bibliotheek ging. Het boek van Elisabeth Gilbert stond daar rustig op de plank op mij te wachten.
    Thuis begon ik erin te lezen en binnen een paar bladzijden was ik in het begin van de negentiende eeuw beland, zowel in het toenmalige Philadelphia in de Verenigde Staten als in Engeland, zowel in een botanische tuin als op een zeilschip. De zondag daarop had ik het dikke boek uit, was ik in zeven dagen de hele wereld over gereisd en had ik langdurig op Tahiti verbleven, om mijn omzwervingen te beëindigen in de Hortus Botanicus van Amsterdam. Gilbert had me overal mee naartoe gesleept.
    Maar een stemmetje in mij dacht ook: veel recensenten zullen dit boek wel niks vinden. Dat had ik mis, bleek toen ik achteraf de recensies las. Maar waarom dacht ik dat dan? Misschien wel omdat het boek zo goed in de Amerikaanse verteltrant past: vlot geschreven, met een scheutje romantiek en seks, en telkens weer zo’n verrassende wending die maakt dat je doorleest.
    Maar dat ik zo dacht over de recensenten, kwam ook omdat er in het boek wordt gedroomd, geloofd, en met levenswijsheden wordt gestrooid. Toen ik dan ook een website vond met de naam Flow waarop maar liefst ‘18 inspirerende quotes’ van Elisabeth Gilbert worden aangehaald, dacht ik: zie je wel, daar gaat ze, dit zal haar in de wereld van de literatuur geen goed doen. Dat viel dus mee.
    De eerste quote van Gilbert op Flow luidt: ‘Ben de dwaas die durft te genieten.’ Nou, die dwaas ben ik dan geweest toen ik haar boek las. Ik ben met Gilbert niet alleen de hele wereld over gereisd, ze heeft me ook meegenomen in het denken over planten, dieren en mensen in de negentiende eeuw. Charles Darwin moet zijn evolutieleer dan nog schrijven, velen geloven nog dat de schepping door God is gemaakt en hebben dan ook kritiek als Darwin daar anders over blijkt te denken en dat ook wetenschappelijk weet te onderbouwen.
    De in het jaar 1800 geboren hoofdpersoon Alma Whittaker is net als Darwin wetenschapper door zelfstudie, daarnaast is ze rijk, lelijk, trouw aan haar hardvochtige vader en heeft ze een zelfdiscipline waar je u tegen zegt. De trouw aan haar vader belemmert haar om te reizen en nog meer planten te bestuderen dan er toch al zijn op diens landgoed bij Philadelphia. Haar zelfdiscipline en rijke geest laten haar echter reizen in haar eigen, kleine omgeving: ze gaat mossen bestuderen, ontdekt de grote variëteit daarin en ontwikkelt een theorie waardoor die verschillende soorten mossen zijn ontstaan.
    Op hoge leeftijd leert ze een veel jongere man kennen, een goed tekenaar van planten, een dromer, een dwaas, iemand die denkt dat hij een engel is. Maar juist met hem voelt Alma, de exacte wetenschapper, een innige band, ook nadat hun huwelijk al snel na de voltrekking pijnlijk en abrupt stopt en ze hem verbant naar het ver weg gelegen eiland Tahiti. Om daar planten te tekenen, niet om een mooie naakte man met potlood op papier vast te leggen, zoals ze ontdekt als ze zijn valies na zijn overlijden in Philadelphia overhandigd krijgt.
    Pas nadat haar vader is overleden, vaart ze mee met een zeilschip naar Tahiti. Op zoek naar de mooie zwarte man die haar op dat eiland overleden echtgenoot zo goed, maar ook zo confronterend naakt, heeft getekend.
    Wie was haar echtgenoot eigenlijk? Dat wil Alma weten. Al zoekend komt ze ook meer te weten over zichzelf, over het offer dat haar geadopteerde zus heeft gebracht, over de mensen op Tahiti, over hoe de Engelse dominee daar omgaat met oude rituelen en dansen van de eilandbewoners én over de zwarte man die haar echtgenoot heeft getekend.
    Na haar vertrek van Tahiti, op de lange reis naar Amsterdam waar haar moeder vandaan kwam, ontwikkelt Alma een eigen evolutietheorie. Haar oom, directeur van de Hortus Botanicus daar, vindt dat ze die moet publiceren. Maar ze doet het niet, ook niet na herhaaldelijk aandringen van zijn kant. Omdat ze één vraagstuk niet heeft weten op te lossen: als alle leven op aarde evolueert als gevolg van strijd, hoe komt het dan dat er tussen mensen ook onbaatzuchtige naastenliefde bestaat?
    Laat dat nou juist de karaktertrek zijn waardoor Darwin haar vóór is en wereldberoemd wordt: Alma wil volledig zijn en haar theorie voor planten, dieren én mensen laten gelden, Darwin beperkt zich door in zijn evolutietheorie aanvankelijk de mens weg te laten. Het boek van Elisabeth Gilbert heet in het Engels dan ook The signature of all things, waarbij signature niet alleen een handtekening kan zijn, maar ook een karaktertekening, van alle dingen, plant, dier of mens.

Aukje van Roessel

Aukje van Roessel (Eindhoven, 1955) werkt vanaf 1980 in de journalistiek, onder meer voor de Brabant Pers, de Volkskrant en NRC Handelsblad. Van 2004 tot november 2021 was ze politiek redacteur bij het weekblad De Groene Amsterdammer, waarvoor ze twaalf jaar lang wekelijks de kroniek ‘In Den Haag’ schreef. In 2016 ontving ze daarvoor de Anne Vondelingprijs. In de weekkrant Den Haag Centraal schrijft ze een column over wat haar verwondert aan Den Haag, de stad aan zee waar ze al geruime tijd woont.