Elders bespreekt

This Bittersweet Life

Paul van der Stap

B O E K B E S P R E K I N G

Paul van der Stap. This Bittersweet Life.
2025, 256 blz., € 40,00. Amersfoort, Uitgeverij Slowdocs. ISBN 978-9-08093-758-1. 160 pagina’s foto’s en 87 pagina’s tekst

De kleuren van de omslag en het binnenblad moeten met aandacht zijn gekozen. Diepgroen en bloedrood, prominente symbolen van levenskracht in een combinatie die net niet harmonisch is. Het blijken exact de kleuren van de vlag van Transnistrië, het onderwerp van dit boek. Van der Stap, fotograaf en filmmaker van beroep, heeft het land tussen 2018 en 2024 zevenmaal bezocht.
    De foto’s komen overeen met het clichébeeld dat West-Europeanen hebben van het voormalige Oostblok. Tot op de draad versleten infrastructuur, zowel op straat als binnenshuis. Een bevolking die te midden van verval speeltuinen bezoekt, sneakers aantrekt, uit dansen gaat, mobieltjes koopt en brommers. Maar ook gelaten neerzit op verzakkend meubilair, een volle asbak binnen handbereik, omringd door plastic tafelkleden en slecht bemeten raambedekking.


Slobozea, 2019


Op afstand lijkt Transnistrië een verloren land. In de actualiteit kennen we het als het strookje Moldavië langs de westelijke rand van Oekraïne waar de heer Poetin als een macabere stoorzender ongemakkelijk veel invloed en macht lijkt te hebben. Hier volgt een verkorte weergave van de Proloog waarin Van der Stap de recente geschiedenis samenvat.
    In de jaren tachtig wilde Moldavië zich aansluiten bij Roemenië, weg uit de USSR. De talen verschillen nauwelijks, op wat details in vocabulaire en uitspraak na. Russischtalige separatisten wilden dat juist niet, en scheidden zich begin jaren negentig af als de Pridnestrovische Moldavische Republiek. Het pleit werd beslecht door het machtige buurland in te schakelen. Met de Jeltsin-Snegur-overeenkomst werd een staakt-het-vuren vastgelegd, en kwamen Russische militairen de strook land in. Sindsdien is er een Joint Control Commission (JCC), die het bevel voert over Transnistrische, Moldavische en Russische eenheden in het land. Rusland wil niet dat het land zich associeert met Moldavië, de separatisten willen nog steeds aansluiting met Rusland. Die tegenstelling woekert voort en trekt diepe sporen, onder andere met het uitblijven van economische vooruitgang.

Van der Stap schrijft herhaaldelijk dat hij sinds zijn jonge jaren is gefascineerd door het land. Hij illustreert zijn begeestering met indringende foto’s. In de teksten beperkt hij zich tot wederwaardigheden en beschrijvingen van de fysieke omgeving. De kwaliteit van de foto’s is hoog: goed getroffen taferelen, perspectieven en uitsneden.
    In een niet gepubliceerde toelichting schreef hij: ‘Tijdens het project realiseerde ik me hoe complex en moeilijk de situatie in Transnistrië te volgen is. In het boek dat ik voor ogen had zou veel context nodig zijn om de harde realiteit van het leven in Transnistrië zichtbaar en tastbaar te maken. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak veranderde de situatie in een verhaal; de combinatie van documentaire fotografie en verhalende non-fictie kwam als een logische keuze.’


Tiraspol, 2023


Hier volgen beschrijvingen van zes van de 102 foto’s in het boek. De in deze recensie afgebeelde foto’s hebben daar geen relatie mee.

Pag. 9 Pabeda, 2014, familiealbum
Dit is de eerste foto in het boek, ze laat een opengeslagen fotoalbum zien, de pagina is groezelig, alsof het album lang in een vochtige kelder heeft gelegen, met rafelende randen, als teken van veelvuldig bladeren. Andere pagina’s liggen er schots en scheef onder, het album lijkt uit elkaar gevallen. Op die voorliggende bladzijde zijn vier afbeeldingen zichtbaar. Rechtsboven een pasfoto met een jongeman van een jaar of twintig, halflang haar, grof geruit colbert; hij kijkt indringend in de lens. Links daarvan een foto van een gedateerde tank, met twee militairen – bontkraag, dikke, gevoerde laarzen, petten met opstaande oorkleppen. Deze foto heeft talrijke barstjes en een paar uitgebeten vlekken, alsof hij een woelig verleden heeft doorgemaakt voordat hij werd ingeplakt. Daaronder een foto van vijf, zes tienermeisjes, misschien meer, want de foto die we in het boek zien toont maar een deel van de bladzijde uit het fotoalbum. De meisjes dragen schone, goed zittende truien en vesten, ze zien er weldoorvoed uit. Ze kijken ontspannen, maar ernstig. In het vierde kwadrant van de gefotografeerde albumpagina een portret, aangebracht met spuitsjablonen. Het verbeeldt een jonge man, met een rangershoed, donkere epaulet op zijn schouder, een geweerloop met bajonet voor de borst. Op de foto wordt het album opengehouden door vier vingers van een witte linkerhand, de nagels halflang, zwarte randjes pal langs het nagelbed. Er lijkt geprobeerd om het zwart onder de nagelranden te verwijderen, en dat dit is mislukt in de diepste gedeelten. Ook in de groefjes van de huid op de ruggen van vingers en hand is zwart achtergebleven. Aan de zijkant van de wijsvinger zit een verwonding, het vel ligt erop, maar daaronder bolt iets op, het zou pus kunnen zijn. De snijrand waar het losse vel aansluiting moet vinden met de intacte huid wordt gemarkeerd door een zwart, korrelig lijntje. Terwijl de andere afbeeldingen op deze foto iets positiefs uit het verleden laten zien – gezondheid, goede hygiëne, bescheiden welvaart – zijn de actuele toestand van het album zelf en de hand verontrustend: verwaarlozing, dreigende infectie, armoede.

Pag. 10 Tiraspol, 2024, Omgeving van het Lenin Street Hostel
De tweede foto, over twee pagina’s, toont een waslijn met beddengoed op een plaatsje tussen twee crèmekleurige flatblokken van zo’n vijf verdiepingen hoog. De gevel van de voorste flat is aangetast, er zijn donkere cementplekken te zien in de geverfde stuclaag. Een groot deel van de achterste flat is bedekt met grijze kunststofplaten die verweerd zijn, morsige vlekken vertonen (schimmel?), en donkere druipsporen. De lakens op de voorgrond domineren de onderste helft van de foto. Ze zijn heel licht roze, afgebiesd met dieproze ruches, en bedrukt met twee formaten donkerroze bloemen in een regelmatig patroon. Ze hangen bijna tot op de groengrijze grond waarin ‘het weer’ is doorgedrongen: grauwe vlekken met grillige vormen die hier en daar als scheuren imponeren. Men kan bijna ruiken hoe schoon de lakens zijn, schrijnend contrast met het troosteloze verval van de huizen waarin ze straks worden binnengehaald.


Majak, 2019


Pag. 30 Garagasj, 2019
Drie jonge meisjes in een schoollokaal. Verlegen maar ontspannen lachend. Witte blouses of shirt, een ervan met olijke strikjes bij elk knoopje. Boeken opengeslagen. Op de achtergrond hangen wat gekleurde ballonnen.
Volgens het bijschrift: ‘Engelse les op de middelbare school’.

Pag. 94 Tiraspol, 2023
Zeven jonge vrouwen in lange jurken van sneeuwwit tule, omringd door een paar honderd personen. Gefotografeerd tijdens een rituele dans, hun handen en armen in sierlijke houdingen. Achter het publiek staat een schaalmodel van een straaljager, vijf meter lang, in stijghouding, op een strakke sokkel van ongeveer dezelfde hoogte.
Bijschrift: ‘Concertmarathon Sunny May bij het monument van de vliegeniers’.

Pag. 119 Tiraspol, 2023
Drie vrouwen, gevorderd middelbaar, staan op een bordes langs een avenue met vier rijbanen. Twee van hen dragen een stok met een poster. Op elk daarvan het portret van een man met militaire rangtekens en onderscheidingen, Cyrillische tekens onder de foto’s staan waarschijnlijk voor hun namen. De ene vrouw draagt een zwarte veldmuts, de andere een compleet matrozenuniform met pet. Behalve de stok met poster hebben ze elk een stokje met een vlaggetje van Rusland in hun hand. Het lijken oorlogsweduwen, het bordes suggereert dat ze demonstreren bij een overheidsgebouw. Hun blik en houding drukken zelfbewustheid uit, vastberadenheid en ongenoegen. Ze wekken niet de indruk belemmerd te worden of beducht te zijn voor aanhouding.
Het bijschrift meldt: ‘Herdenking op de Dag van de Overwinning op de Straat van 25 Oktober’.


Kolsova, 2019


Op pagina 208 beschrijft Van der Stap een aanslag op het Ministerie van Staatsveiligheid in Tiraspol door drie zwartgeklede, gemaskerde mannen die elk met een RPG-27 antitankraketwerper schieten. Diezelfde avond verwoesten twee explosies een aantal van de midden- en langegolfantennes van het radiostation in Majak. De volgende ochtend klinken er schoten rond Russische munitiedepots aan de rand van het dorp Kolbasna, waar 20.000 ton wapens en munitie van het Russische 14e leger weg liggen te roesten. Aan de grens naar Moldavië staan auto’s met vluchtende inwoners bumper aan bumper. Bij gebrek aan gegevens wordt er druk gespeculeerd. Is dit een valse vlag-operatie om de regio te destabiliseren, met als bedoeling de annexatie van Transnistrië door Rusland? Of geeft Oekraïne tegenspel aan de Russische propaganda?
Boven de armoede en levensdrang die op alle foto’s indringend aanwezig zijn, hangt een donkere wolk van onzekerheid en dreiging uit het buurland.

Tussen Van der Staps eerste bezoek aan Transnistrië en het recentste in 2024 zitten zes jaren. Toch lijkt het boek in haast tot stand gebracht. De foto’s zijn zonder marges of bijschriften afgedrukt, tussenpagina’s met tekst ontbreken. Deze aanpak doet de foto’s ernstig te kort. Komt bij dat de degelijke harde rug van het boek verhindert dat het lekker open valt, zodat belangrijke details verborgen blijven in de middengleuf.
    Ook de tekst had meer aandacht verdiend. Er staan spel- en constructiefouten in, het taalgebruik is hoekig. Waar Van der Staps fascinatie met Transnistrië vandaan komt, blijft onbeschreven.

Wie een veelzijdige visuele indruk wil krijgen van een heel bijzonder land in de voormalige Sovjet-Unie krijgt iets moois in handen.

Felix Monter