Humanitair

Vorige week werd ik op het stationsplein van Almere centrum geconfronteerd met een pro-Palestijnse demonstratie. ‘From the river to the sea, Palestina will be free!’ riepen de demonstranten terwijl ik er langsliep. Meteen een adrenalinestoot door mijn lichaam, klaar om te vluchten of te vechten, mocht dat nodig zijn. Dertig jaar in Nederland en ik ben nog steeds bang om mens te zijn onder anderen, nog steeds schrik ik van elke kerkklok die luidt, elke auto die toetert, elk vuurwerk dat knalt. En mijn plek hier, mijn thuis, is nog steeds niet vanzelfsprekend, maar iets wat verdedigd moet worden. Dat is het collectieve trauma van de Joden van Israël.

De Joden van Israël zijn vluchtelingen, het laatste wanhopige overblijfsel van de Joodse gemeenschappen uit zestig landen waar ze ongewenst waren, vóór maar ook na de holocaust, en waarvandaan ze migreerden naar het land Israël. Niet alleen uit Europa en de VS, ook uit Arabische landen als Irak of, in het geval van mijn vader, Jemen, waarvandaan ze, gered, naar Israël werden gebracht. Het waren overlevers die nergens anders heen konden en die in Israël een laatste plek vonden waar ze met elkaar in vrede zouden kunnen leven. Een eigen land.
    Ook dit land blijkt echter keer op keer geen veiligheid te kunnen garanderen. Waar anders ter wereld moet een huis uitgerust zijn met een schuilkamer met dikke muren en een zware stalen deur? Waar anders wordt je tas gecontroleerd voordat je een winkelcentrum, bioscoop, café, ziekenhuis of andere openbare ruimte betreedt? Toen mijn dochter naar de basisschool ging in Almere, kon ik er maar niet aan wennen dat haar school geen hekken had, en geen beveiliger bij de ingang. Haar naar school sturen voelde onveilig.

De Gazanen hebben een soortgelijk verhaal. Ook zij waren onbelangrijk. Generaties lang, al sinds het Ottomaanse Rijk, worden ze verwaarloosd door de Arabische landen, alsmede door de internationale gemeenschap. En door Hamas. In de zeventien jaar dat Hamas het feitelijke bestuursorgaan in de Gazastrook is, heeft het vooral voorrang gegeven aan militaire strategieën boven humanitaire: het bouwen van een extensief netwerk van ondergrondse tunnels (in sommige gevallen vijftien verdiepingen diep), het kopen van wapens en het trainen van een krijgsmacht. Zeventien jaar voorbereiden op oorlog.
    De Israëlische Joden hebben Amerika aan hun kant. En de bevolking van Gaza, wie staat er achter hen? Eén ding waar de Arabische landen het al jaren sterk over eens zijn, is dat ze de Gazanen niet willen hebben. De islam is belangrijker dan mensen. In zijn oorlog tegen de Israëlische bezetting (of zoals in de Hamas-beginselverklaring uit 2017 staat: het ‘zionistische project’); in zijn streven naar een soevereine Palestijnse staat, en in zijn strijd voor islamitische eer gebruikt Hamas ze als menselijk schild, hongert ze uit als oorlogstactiek, en steelt hun humanitaire hulp om zijn eigen terroristen mee te voeden en de restjes tegen woekerprijzen te verkopen.
    De afgelopen weken bekommeren wereldwijd studenten zich om hen. Eindelijk iemand die aan ze denkt, hoewel ik me afvraag of de studenten wel precies begrijpen waar ze het over hebben. Hebben zij zich verdiept in de historie van het conflict, onderzoeksmethodes toegepast, cijfers bekeken? En waarom brengt juist deze oorlog hen tot actie en niet de oorlog in Oekraïne, Jemen, Soedan, Ethiopië…? Hoe het ook zij, ze roepen op tot solidariteit met de inwoners van Gaza. Ook mijn hart gaat uit naar hun welzijn. Ook mijn hart huilt om de vele onnodige burgerdoden.

Terwijl de studenten (en relschoppers) de afgelopen maand in verschillende steden universiteitsgebouwen bezetten, barricades opwierpen en vernielingen aanrichtten in een protest tegen de manier waarop Israël oorlog voert in Gaza, was ik op bezoek bij mijn familie in Israël. Wat ik er aantrof, brak opnieuw mijn hart. Het begon al bij aankomst op het vliegveld. Langs de route naar de paspoortcontrole stonden foto’s van de gegijzelden. Een lang pad met honderdtweeëndertig glimlachende kinderen, jongeren en volwassenen, maandenlang in gevangenschap, van wie naar verwachting maar een klein deel nog in leven is. Bring them home, stond er bij iedere foto.

In Nederland, bij iedere tv-reportage met beelden van huilende Gazanen, van de verwoesting, van de hysterie rondom het uitdelen van het beetje eten dat er is, werd ik vooral gekweld door al dat onnodige lijden, door de humanitaire crisis waarin de mensen verkeren, en was ik gefrustreerd over het radicale optreden van de Israëlische (oorlogs)regering en haar gebrek aan terughoudendheid, strategie en langetermijnvisie. En aan altruïsme. Eenmaal in Israël, maakte ik de crisis van de andere kant mee.
    Een land in rouw. Een land in angst. Verscheurd en gebroken.

7 oktober schokte het Israëlische volk tot op het bot. Stel je eens voor: je bent lekker aan het feesten, naar muziek luisterend, dansend, en ineens worden je vrienden en jij omsingeld door honderden gewapende mannen. Jullie worden beschoten. Je vrienden overleven het niet, en worden afgeslacht. Jij smeert jezelf in met hun bloed en blijft als een lijk liggen om aan de dood te ontsnappen. Of je verstopt je in een vuilniscontainer in de hoop dat ze je daar over het hoofd zullen zien. De mensen die in de container boven op je liggen, zijn doorzeefd met kogelgaten.
    Of: in de vroege ochtend word je in je eigen huis uit je slaap gerukt. Je gezin wordt in de woonkamer gezet en een groep mannen doet een roulettespel met jullie leven: wie gaan we als eerste afmaken? Je kinderen worden voor je ogen vermoord, je baby in de oven gestopt en levend gebakken. Je vrouw verkracht en vermoord. Dan wordt je huis, met jullie erin, in brand gestoken.
    Of: je buik wordt opengesneden, je foetus eruit gehaald en gedood. Of je borsten worden eraf gesneden en rondgegooid alsof het tennisballen zijn.
    Of je hebt geluk: het lukt je om je in de struiken te verstoppen. Urenlang, stil als een muis, ben je getuige van gruwelijkheden. Machteloos en wanhopig, want als je uit je schuilplaats tevoorschijn komt om je buren te helpen, ben jij misschien het volgende slachtoffer.

Je kunt zeggen: kom op, mens. 7 oktober 2023 is allang voorbij, de aanval van Hamas behoort tot het verleden, het is geschiedenis nu, ga door met je leven. Ga verder. Maar de geschiedenis blijft zich herhalen. Duizenden families in het noorden en het zuiden van Israël zijn al maanden geëvacueerd vanwege de regen aan raketten die er voortdurend valt. Volledig uit hun eigen leven gerukt. Honderden families wachten op de terugkeer van hun gegijzelde geliefden. Velen zijn getraumatiseerd: een golf van zelfdoding gaat rond onder de Nova-festivalgangers en onder de geëvacueerden.

Kun je je dat voorstellen? In je eigen stad, huis, tuin, niet (meer) veilig zijn? From the river to the sea. Want dat is wat deze leuze bekent: de vernietiging van Israël van de Jordaan tot aan de Middellandse Zee. Van je plek op deze aarde, van je bestaansrecht. Je moeder, je zus, je broer, hun vrienden, hun buren, veeg ze allemaal maar van de kaart af.
    Natuurlijk ga je dan jouw land verdedigen, ook al word je ertoe uitgelokt. Je wilt, net als ieder ander, een veilige haven op deze aarde. Een thuis. Alleen levert deze behoefte om jezelf te beschermen nog meer pijn op. Duizenden families verkeren in angst voor het leven van hun mannen en kinderen, de soldaten en reservisten die nu aan het front aan het vechten zijn. Vechten voor het recht om te mogen leven.

Is dat niet weer hetzelfde als bij de Gazanen?

Ook wat dit betreft blijkt het beeld in Israël anders te zijn dan wat ik in de Nederlandse media zie.
    Op 7 oktober waren het niet alleen Hamas-strijders die Israël binnendrongen om terreur te plegen. Ze werden vergezeld door vele Palestijnen die meekwamen om te verkrachten en te plunderen.
    Ze zijn allemaal Hamas, zegt men in Israël. Zie je niet hoe ze het vieren elke keer als er een raket op Israël valt? En hoe verklaar je dit: miljoenen Gazanen en toch kwam er niet één naar voren met informatie over de gegijzelden toen Israël daar een geldbeloning tegenoverstelde, en niet eens een beetje geld. Nee, de heilige oorlog is juist de reden waarom Hamas in Gaza populair is, ook al wordt die gehaat.

Waar de waarheid ligt, weet ik niet. Ik heb helaas ook geen oplossing voor dit levenslange conflict. Ik zie vooral menselijk lijden, from the river to the sea.
    Joden en Palestijnen. In de bijbel waren ze broers: Ismaël en Izaäk, zonen van Abraham. Familie dus. Volgens de wetenschap bestaan we allemaal uit hetzelfde sterrenstof. Wat is er dan nodig om ook in onze harten die affiniteit en verbinding met elkaar te ervaren?

Ishana Sayag (Kfar-Saba, 1970) is schrijver van korte verhalen. Geboren en getogen in Israël, volgde ze haar hart en vestigde zich in 1994 in Nederland. Schrijven is altijd haar passie geweest, en een wijze van zelfregulering. Pas de laatste jaren, en na haar Verhalend Proza-opleiding bij SCRIPTplus in Amsterdam, voelde ze zich voldoende thuis in de Nederlandse taal om die als voertuig voor haar korte verhalen te gebruiken. Ze heeft gepubliceerd in Extaze en Azra Magazine en werkt momenteel aan haar eerste roman. Verder is Ishana moeder, procesadviseur en een enthousiasteling van mindfulness en NVC (Non-Violent Communication). Ze woont in Almere met haar partner en hond.