je naam
voor iedereen met amandelogen
glanzend donkergekleurde schouders
aandoenlijk witte kuiten
een kuiltje in de rechterbil
strepen op de onderbuik
zilvergrijze haren
rechte ruggen
trauma’s in de maag
knopen in het hoofd
voor iedereen met een geel gelaat
waar de zon zich in herkent
tranen die maar niet overgaan
met vuisten om tralies
wachtende deuren die maar niet opengaan
voor iedereen met een klein voorhoofd
of grote oren die moesten voelen
omdat ze niet wilden horen
omdat ze het geschreeuw niet wilden horen
van de slagen en de pijn
voor iedereen met donkere wenkbrauwen
een speelse lok achter het oor
die niet in het gareel wil
jaloers op het kroeshaar van de buurjongen
voor iedereen die niet mag aarden
en niet weet waarom,
tegen de spiegel praat en lacht als troost
om de nostalgie te verdrijven
voor iedereen die zwijgt
uit angst
terwijl je eeuwenlang water hebt gedragen
om de rivier te vullen waar nu op wordt gevaren
je alleen maar je naam hoeft uit te spreken
om herinnerd te worden
voor iedereen die zwijgt
uit onverschilligheid en zijn hoofd niet wil stoten
aan andermans verdriet
Mirjam Musch