Thuiskomen

Foto thuiskomen

Het verschil tussen ‘ik lees elders’ of ‘ik lees Elders’ is niet meer dan een hoofdletter en een cursief. Terwijl de plekken waar je leest honderden kilometers van elkaar verwijderd kunnen zijn. Maar nu zit je thuis, of bent onderweg, in ieder geval lees je dit achter de pc of op het scherm van jouw telefoon.
 ‘…jc en quam hier elders om nyet,’ staat er in het  Etymologisch Woordenboek: ‘ik kwam hier voor niets anders’. Een zin uit eind 13e eeuw waarmee het gebruikelijke elre ‘elders’ werd.
 Elders is niet hier maar ergens anders. Een onbepaalde plaats, in ruimte en tijd. Het woord roept een verlangen op, een vage herinnering of een aanduiding voor een plek of gebied. Wie zich ernaartoe verplaatst, zal het niet aantreffen. Zodra je het een naam geeft, heft het woord ‘elders’ zich op.
 Ben je als je naar elders reist een toerist of een reiziger? Dat laatste, denk ik. Bij een toerist is de reis vastgelegd in doel en tijdsduur, naar plekken volgens een van te voren uitgestippeld parcours. Als de toerist vertrekt van huis weet hij al wanneer hij weer thuis komt. Als bewijs toont hij dan foto’s van plekken die we al kennen van ansichtkaarten en uit reisgidsen.
 Een reiziger is meer een ontdekker van het onbekende. Het gaat om het verplaatsen zelf, dat je je daarvan bewust bent, hoe je aankomt, je plek vindt en later weer vertrekt. Inzicht krijgen in de plek die je net verlaten hebt. Waarom je dat raakte, ontroerde of juist weerzin opriep. Het onverwachte gesprek met de oude man die zijn vrouw zo miste.
 Wel kan een reiziger last hebben van toeristengêne. Als ik met mijn fototoestel voorop mijn buik loop en mezelf daar op betrap, hang ik het snel over mijn schouder. Dat heeft iets artistiekerigs. Ook landkaarten wil ik niet te opzichtig uitvouwen en helemaal niet als het waait. Nee, de reiziger kíjkt niet op de landkaart, hij bestudeert hem.
 Toerist en reiziger verhouden zich als lectuur tot literatuur, en toch hebben ze een belangrijke overeenkomst: uiteindelijk komen ze graag thuis. Een lekkere stoel, een goed boek of Elders op je tablet  en over een paar maanden ook als papieren versie.
 Je huisgenoot vraagt iets, maar je reageert niet. Je leest.
 ‘Ken je Elders?’ vraag je even later.
 Je wordt aangekeken alsof je de weg kwijt bent.

Hans Muiderman