aftellen

hoe beter voorbereid kun je zijn

dichtplooien en luidop tellen
naar voor hellen als een schaatser
aangelijnd op rugwind wachten
en onophoudelijk met armen slaan

de kneukels van de handen
wit van bitter
in trekkebekken van lippen
zoet en zout vastgelegd

het parcours verankerd
met de ogen dicht de loopings maken
schelpvormig de lijnen
gracieus het bewegen
niet tijdelijk maar voorgoed

gekraak van je eigen schoenen
klokken van het bloed
de geluiden vallen één voor één
en worden getik

ondertussen bollen de gordijnen
door de kamer
drijft de geur van natte huid
buiten slepen buiken
bewegen pendelaars als zeppelins

weide

ik ben in de dagen
dat ik kan verdragen
niet langer in jaren
maar in korrels te tellen
strooisel waarmee ik het veld betreed
-geen speler meer-
en rechte krijtstrepen teken welbeschouwd
de curve van de ruggegraat
waaruit ik de kromming wrong

voor de middencirkel
gebruik ik ons als passer
ik de stip jij de straal
waarmee ik het verhaal verdraai
tot het inslijt in het gras

meer ros dan groen de misdruk
saai want zonder raadsel
is de weide waarin schapen grazen

Marc Lonneville

Marc Lonneville (Brugge) studeerde taal- en letterkunde aan de Universiteit van Gent. Vanuit zijn vakgebied en zijn burgerdienst als opvoeder bij dove en slechthorende adolescenten ontwikkelde hij een grote interesse voor alle aspecten van de menselijke communicatie. Hij was vele jaren actief als docent literatuur en communicatie. Onder meer op de Kunstacademie van Brugge. Ruim twintig jaar genoot Lonneville van de gastvrijheid van de benedictijnen van Zevenkerken. Daar ontdekte hij de benedictijnse spiritualiteit, met bijzondere aandacht voor communicatie en de mogelijke toepassing ervan in niet-religieuze organisaties. Menselijke communicatie vormt een centraal thema in zijn poëzie. Gedichten van hem verschenen in ‘Het Gezeefde Gedicht’, ‘Roer’ en ‘Het Liegend Konijn’. In 2021 verscheen zijn debuutbundel Cassandra Stuiterbal bij uitgeverij De Zeef.