Strandcabine
ze was een oude vrouw, een kamer
met bed, een verlangen
het verlangen had in de vrouw
in een man geslapen
zijn slaap was als een vis
zwemmend werd hij zee
zij ging naar hem met een koffer
een laken, een strandcabine
op haar weg een stervende krab
was zij uit de man gekropen?
haar laatste lach dommelde in
de krab kreunde op het strand
op het zand had zij een achterlijf
om van het bed af te glijden
Op huwelijksreis
De man draagt een pak met das en paardenbloem
los om zijn hals de pluisjes die hij blaast
het komt erop aan, zegt hij
een ervaring waar te maken om niet te vergeten
op een eiland, een marktvrije zone
ik sta garant voor vuur en zon
uw lichamen, bruid en bruidegom!
zullen vlammen vatten
daar waar hoogstamvruchten rijpen
de sinaasappelwee het sap in de glazen perst
de vis uit de vangst van de stern
zich in uw keelholte uitleeft
ik beloof dagen die de werkelijkheid vertragen
u wordt een deinende golfslag gewaar
onder het genot van een ligstoel waar u op drijft
In uw zevende hemel draag ik niets
behalve strak om mijn enkel een band
Ingrid Strobbe