Plan b
Een verhaal van Dirk van Boxem.
Het platform Elders is een literair tijdschrift, dat een podium biedt aan prozaschrijvers, dichters en essayisten voor wie het ‘niet hier’ in hun werk een wezenlijke rol speelt. Ze verbeelden hun ervaringen op plekken die ze kennen, ver weg of dichtbij, in vreemde landschappen of in hun eigen huiskamer, creëren een fictief domein of onderzoeken hun herinneringen aan een omgeving die er niet meer is.
Een verhaal van Dirk van Boxem.
‘Delft waar ge staat, want waar ge staat is Klondyke’, een dichtregel die de vader van Aukje van Roessel aanhaalde in een brief uit de Tweede Wereldoorlog.
‘Met een deel van de gedichten in Pelgrimsgrond heeft Hagenaars een nieuw genre geschapen. Het ligt in het verlengde van het ZKV, het zeer korte verhaal, uitgevonden door A.L. Snijders. Hagenaars voegt daar zijn ZKPB aan toe, de zeer korte poëtische biografie.’ – Ezra de Haan
Een essay van Ricus van der Kwast.
Een lang verhaal van Alara Adilow.
‘Drie hoofdpersonen, enkele bijfiguren en … Yvette. Wordt zij voor Branco, Julia en natuurlijk ook de lezer meer dan een aantrekkelijke vrouw die op een reeks foto’s staat?’ – Hein van der Hoeven
Een gedicht van Arjen Duinker.
‘Werkelijkheid en afbeelding schuiven in tijd steeds dichter naar elkaar’ – Hans Muiderman
Een lang verhaal van Hein van der Hoeven.
‘Ulises Segura is een meester in het manipuleren van zijn lezers en is bereid daar zijn hele trukendoos voor open te trekken. Wie bereid is tot avontuurlijk lezen is bij hem aan het goede adres.’ – Ezra de Haan
Een kort verhaal van Erica van Dooren.
‘Zijn boek blijft niet echt hangen, maar schrijven kan hij’ – Felix Monter/ Hein van der Hoeven
Door Gerard Termorshuizen. Deel III: Over lezen en literatuur
‘Een protest van schoonheid’ – Gerlinda Heywegen
‘Sprookjes liegen wel, maar toch’, een regel uit Het haantje van goud van Alexander Poesjkin dat in 1835 door de censuur in Rusland werd tegengehouden. – Aukje van Roessel
Ik kwam naar Barlach. In de musea van Güstrow, Berlijn, Hamburg en andere plekken. In
Berlijn kon ik via het veilinghuis Dannenberg Barlachs ‘Blinder Bettler’ uit 1913 verwerven. Sindsdien begroet ik dagelijks een porseleinen figuur in kleermakerszit, een bedelnap in de handen. – Diederik Gerlach
Een kort verhaal van Jan Oldenburg.
‘Zolang er komma’s zijn, is er geen einde. Zolang er komma’s zijn, is er geen slot, geen dood.’ – Willem Thies