Elders bespreekt

de woede van Abraham

van Conny Braam

B O E K B E S P R E K I N G

de woede van Abraham

Conny Braam, de woede van Abraham, 2004
J.M. Meulenhoff/Augustus, 303 blz,, via webwinkel tussen € 14,95 en € 17,50

Weet u wat Breesaap betekent? Ik wist het niet toen ik het voor het eerst tegenkwam in de woede van Abraham, een roman geschreven door Conny Braam. Bree, dat staat – inderdaad – voor breed en saap zou zoveel betekenen als nat, moerassig. Het was de naam van een landgoed in het Noord-Hollands duingebied. In 1864 werd begonnen met de aanleg van het Noordzeekanaal, dwars door Breesaap heen. Gegraven door mannen, schep voor schep, kruiwagen voor kruiwagen.
    Samen met hun hele familie en hun weinige hebben en houden kwamen deze paupers lopend vanuit heel Nederland naar de bouwplaats. In de duinen vlak bij de bouwplaats groeven ze een gat in het zand, legden daar wat takken overheen en gingen wonen in dat gammele, lekke bouwsel dat zelfs geen hut kon worden genoemd. Ze maakten ellelange dagen, Ze maakten ellenlange dagen, toen er een epidemie uitbrak waren ze aan de goden overgeleverd en een goed loon, ho maar.
    Het is alsof je leest over de bouw van voetbalstadions in een schatrijke oliestaat waar door erbarmelijke arbeidsomstandigheden duizenden slecht betaalde gastarbeiders de dood vinden. Het Noordzeekanaal werd eind 19e eeuw aangelegd en dat daar toen veel mensen bij omkwamen, is velen van ons niet bekend. Het wereldkampioenschap voetbal in de stadions in Qatar was nog maar een jaar geleden, in 2022, en de behandeling van de gastarbeiders daar kon op veel Nederlandse verontwaardiging rekenen. Al deed het Nederlands elftal gewoon mee: want uiteindelijk, net als destijds met het Noordzeekanaal, draait het allemaal om geld. Niet om mensen, niet om de natuur, niet om behoorlijk bestuur.
    Het waren de stad Amsterdam, de kooplieden en de toenmalige koning Willem III die eind 19e eeuw een rechtstreekse verbinding met de Noordzee wilden. Dat kon een hoop vaartijd schelen, omdat de omweg van wat toen het risico te stranden op de nog de Zuiderzee heette, dan niet meer hoefde te worden gemaakt. Bovendien liepen de schepen dan niet langer gevaarlijke zandbanken bij Texel. Minder schade en minder tijd, waarbij ook dat laatste geld is. Ook toen.
    Koning Willem III had belangen in de handel overzee en was invloedrijk in de Amsterdamse Kanaalmaatschappij die op de aanleg van het kanaal had aangedrongen. Samen hadden ze meer macht en invloed dan de gewone man of welke andere gemeente dan ook. Zo wist de gemeente Velsen, nu aan de zuidkant van het kanaal gelegen, lange tijd niet dat haar verbinding met buurgemeente Beverwijk doorsneden zou worden door het kanaal.
    De Abraham uit de titel is een pachter in het duingebied die geconfronteerd wordt met de grote veranderingen in zijn directe omgeving door de aanleg van het kanaal. Op de kaft van mijn exemplaar van het boek staat een foto van een gegroefde man met baard, zonder snor. Nog totaal niet wetend waar het verhaal over gaat en waarom deze Abraham in woede zal ontsteken, dacht ik dat ik keek naar een ouderling uit een strenge gereformeerde kerk. Niet dus. Conny Braam heeft deze Nicolas Abraham ‘geromantiseerd’ en tot hoofdpersoon van haar roman gemaakt. Via hem, zijn vrouw en dochter en een idealistische, maar wat naïeve journalist vertelt zij ons het verhaal uit de 19e eeuw van de geschiedenis van het kanaal.
    Toen ik in mijn enthousiasme over het boek vertelde en ook mijn verontwaardiging uitte over de uitbuiting van de werklieden, vroeg een goede vriend of ik de website Topotijdreis kende. Die kende ik niet en ik wist aanvankelijk ook niet waarom die opmerking werd gemaakt. Tot ik die website te zien kreeg. En nu ben ik er welhaast verslaafd aan geraakt.
    Met Topotijdreis kan ik inderdaad reizen door de tijd: ineens had ik een topografische kaart voor me van de provincie Noord-Holland toen dat kanaal nog niet bestond. Daar stond in sierlijke letters Breesaap, als natuurgebied nog ongerept. Door met mijn vinger de tijdlijn een paar jaar naar het heden te schuiven zag ik ineens het kanaal opdoemen. En kijk, daar komen de eerste huisjes van IJmuiden. Ja, ik moet bekennen dat ik niet wist dat die plaats pas is ontstaan ná de aanleg van het kanaal.
    In dit boek van Conny Braam ligt elders dicht bij huis. Braam brengt bovendien ook de 19e eeuw dichterbij. Haar geëngageerdheid én manier van vertellen dwingen je als het ware om de vergelijking met het heden te maken. Niet om er cynisch van te worden. Maar, zo schat ik in, omdat de schrijfster wil laten zien dat de wereld en de geschiedenis nooit af zijn, het onrecht nooit stopt en bestreden moet blijven worden.

Aukje van Roessel