Elders bespreekt
Plundering
van Antjie Krog
B O E K B E S P R E K I N G
Plundering van Antjie Krog
2023. Podium, 208 blz., € 24,99
Alles wat Antjie Krog aanraakt, lijkt in goud te veranderen. In Plundering, haar nieuwste bundel, levert ze dezelfde uitmuntende kwaliteit die we de afgelopen jaren van haar gewend zijn geraakt.
Qua thematiek snijdt de bundel geen nieuwe onderwerpen aan, maar geeft het wel een verdieping en samensmelting van de onderwerpen die in haar andere recente werk (Medeweten, Lijfkreet en Broze aarde) veel aan bod zijn gekomen. Zo zijn ouder worden en liefde op latere leeftijd een belangrijk onderwerp aan het begin van de bundel, en gaat ze later veel in op armoede, klimaatverandering en recente protesten bij Zuid-Afrikaanse universiteiten.
Die liefde op leeftijd was een belangrijk thema in Medeweten en Lijfkreet, waarin ze onder andere de overgang bespreekt en in geweldige temperamentvolle gedichten als testament van ’n ouma de vloer aanveegt met alle stereotypen die bij ouder worden horen. Plundering is wat meer ingetogen wat dat betreft.
met leeflange kartering meet ons ons liggame
die oudword van ons liggame
die volhou van ons liggame
die onthou êrens van hoe “daar” hoe “waar”
ons eenmaal was
levenslang in kaart brengend meten we onze lichamen
het verouderen van onze lichamen
het volhouden van onze lichamen
het ergens onthouden van hoe ‘daar’ hoe ‘waar’
we ooit waren
De openingsgedichten komen intiem en persoonlijk over. Ook aan het eind van de bundel lijkt haar vermoedelijke privéleven een grote rol te spelen, maar deze keer niet gericht op haar partner maar op de jonge generatie, de problemen waar zij voor staan en hoe Krog zich daar zelf toe verhoudt. Gedichten over eerste schooldagen, over een autismediagnose, en heftige onderwerpen, zoals een suicide watch bij een kind met een zware depressie, of een eerste nacht in de cel voor een kleinkind dat zich verzet tegen overheidsbeleid. Zo brengt Krog ook het persoonlijke en politieke samen:
Ouma is trots op jou, my kind
maar dit sny teen die keel
dit mortier die bors:
hierdie opvreet van jong lewens
oma is trots op je, m’n kind
maar het snijdt me door de ziel
het stuit me tegen de borst:
dit opvreten van jonge levens
Door deze verweving van persoonlijk en politiek is het dan ook geen breuk dat Krog in de rest van de bundel veel aandacht heeft voor belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Hierin is soms nog sterk de nasleep van Broze aarde te lezen (zoals in ‘die sigbaarmaking van allerlei strooptogte’: “wees ons genadig, o Heilige Moeder van die Weerloses / wees ons genadig”), maar gelukkig voor de variëteit van haar oeuvre leunt ze nu niet zó zwaar op christelijke motieven als toen. In plaats van die mystieke stijl keert ze terug naar de directe vorm die we kennen uit haar bundels daarvoor. Ze bespreekt onder andere klimaatverandering, armoede, seksueel geweld en discriminatie in krachtige bewoordingen die weinig aan de verbeelding overlaten:
sy probeer die straat oorsteek
sy probeer al die stukke bymekaarhou
haar arms weier om balans te herwin
haar kop dreig om af te stort
wees net gaaf
ek kan sien jy wil
ze probeert de straat over te steken
ze probeert alle stukken bij elkaar te houden
haar armen weigeren in evenwicht te komen
haar hoofd dreigt af te haken
werk nou eens mee
volgens mij wil je best
De gedichten zijn niet zonder oordeel: Krog neemt het duidelijk op voor bepaalde groepen mensen en behandelt de onderwerpen niet enkel aanschouwelijk. Klimaatverandering is een crisis waar we iets aan moeten doen, niet iets wat ons zomaar overkomt. Bij seksueel geweld is er een dader, niet de binnenwereld van de vrouw. Wie vrouwen wil discrimineren met de Bijbel in de hand krijgt botweg te horen: “God het tiete en ‘n poes” (“God heeft tieten en een kut”).
Tussen al dat ideologische geweld reflecteert Krog ook op zichzelf. Alhoewel ze zichzelf zeker als progressief en woke presenteert, zijn er onderwerpen die haar zwaar vallen. In gedichten over heftige protesten worden de strofes doorsneden met omschrijvingen van het landschap van de Kalahari-woestijn: daar waar rust te vinden is wanneer alle leuzen en megafoons te veel worden. Ook gaat Krog door met de zoektocht naar haar plek als witte vrouw in het moderne Zuid-Afrika: een zoektocht die ze al begon met Country of my Skull in 1998, maar die ze telkens doorzet, nieuwe ontwikkelingen in ogenschouw nemend. In Plundering kijkt ze onder andere naar haar rol als witte dichter: “as digter is my wese dié van ’n Kolonis / ek val ander se werk binne.” Ook sluit ze af met een lange bevraging van het concept white gaze, waarbij ze het uitpluist, deconstrueert en omdraait:
Goed: ons begryp: die Wit Staar is ’n onoorkomelike
klipmuur kom ons gebruik liewer die woordeskat
van ras en vervang die woord Wit
met Swart. as u die woord Swart sien, lees wit:
ek voel hoe die Swart Staar my bevoel
dit skryf my af dit walg van my
dit ontslaan my as bevoorreg as selfsugtig
as onomgee-end as vernietigend as nie menslik nie
goed, we begrijpen: de Witte Blik is een onneembare
vesting kom laten we liever de woordenschat
van ras gebruiken en vervangen het woord Wit
door Zwart. ziet u het woord Zwart, lees dan Wit:
ik voel hoe de Zwarte Blik mij betast
mij afschrijft van mij walgt
mij afdoet als bevoorrecht als zelfzuchtig
als harteloos als vernietigend als niet-menselijk
Krog blijft meebewegen met de ontwikkelingen in het links-progressieve discours en is niet bang om standpunten die ze eerder innam kritisch te beschouwen. Keer op keer onderzoekt ze hoe ze zich als witte geprivilegieerde vrouw in Zuid-Afrika kan inzetten voor een samenleving met meer gelijkheid, maar ook de arrogantie van het idee dat structurele problemen met wat liefdadigheid op te lossen zijn:
o die verwaandheid dè! vat terug jou sogenaamde
gee-gaafheid ons veraf jou bloeiende-hart-gulheid
en oor die volgende is lankal eenstemmigheid:
spaar ons jou wit verontwaardigde geregtigheid
o de verwaandheid: duh! je mag die zogenaamde
toffe vrijgevigheid houden we verachten je bloedend-hart-gulheid
en over het volgende zijn we het allang eens:
bespaar ons je witte verontwaardigde gerechtigheid
De vertaling van Plundering is wederom gedaan door Robert Dorsman en Jan van der Haar – twee vertalers die zich al vaker over Krogs werk hebben gebogen. Waar hun vertalingen eerder soms te eufemistisch waren, durven ze in Plundering de krachttermen die Krog gebruikt meer te omarmen. Belangrijk, want binnen het vaak toch nog preutse Zuid-Afrika presenteert zij zich expliciet als een auteur die geen blad voor de mond neemt wanneer het bijvoorbeeld op erotiek aankomt, en dat moet ook tot uitdrukking komen in de Nederlandse vertalingen.
In Plunderingkeert Krog terug naar haar directe stijl en houdt ze vast aan de onderwerpen die ze de afgelopen jaren al uitvoerig onderzocht heeft. Dit doet ze met een nieuwe verbeeldings- en onderzoekingskracht, waardoor het geen herkauwen wordt. Doch komt de vraag op hoelang ze dat kan blijven doen. Met Broze aarde koos ze een specifiek thema met een originele specifieke vorm, en een volgende bundel zal ook wel weer met iets nieuws moeten komen: met Plundering is de drieslag die ze maakt met Medeweten en Lijfkreet compleet.
Boekbespreking door Francine Maessen