Elders’ virtuele boekenkast

Het Meisje van het Meer

Literatuurliefhebbers pakken thuis een boek van de plank, doen dat met in gedachten het motto van Elders literair.*  Zij bespreken wat hen raakt of intrigeert en geven het boek een plaatsje in de denkbeeldige boekenkast van Elders. Hierbij de keuze van Hein van der Hoeven.

* In Elders literair gaat het over het vertrouwde en het onbestemde, over dromen en vertrekken, over arriveren en verdwalen en, in iedere betekenis van het begrip, over terugkeren. Of het nu om het ‘hier’ of ‘elders’ gaat, steeds is één specifieke plek het uitgangspunt. Zoals Linn Ullmann het stelt in haar roman ‘De rustelozen’ (2015): ‘Zien, herinneren, begrijpen. Alles hangt af van de plek waar je staat.’
Het meisje van het meer

Sir Walter Scott, Het Meisje van het Meer
Als Illustrated Classic: antiquarisch circa 10 – 20 euro. Het origineel, The Lady of the Lake, is momenteel nieuw niet leverbaar in Nederland, maar wel tweedehands via Boekwinkeltjes.nl.

Rond mijn tiende jaar bracht nummer 138 uit de reeks Illustrated Classics mij naar Schotland. Ik kende de details van het land al uit de atlas. Nu kreeg ik er beelden in stripvorm bij. Het verhaal en de tekeningen maakten grote indruk op mij. Zoals de beginscène. De Schotse koning Jacobus (James V, 1512-1542, de vader van Mary Stuart) neemt deel aan de jacht. Als hij een machtig hert volgt, raakt hij verdwaald in de woeste Hooglanden, verliest zijn paard door een ongeval en belandt uiteindelijk bij een meer (Loch Katrine). Een meisje van een jaar of achttien, Ellen (de naamgeefster van Het Meisje van het Meer) pikt hem op met een roeiboot en biedt hem een slaapplaats aan in een huisje op een eiland in het meer. De jonge koning maakt zich niet bekend, hij gebruikt een schuilnaam. Wanneer hij de hut in gaat, schuift een sierlijk bewerkt zwaard uit het gewei boven de deur waar het achteloos gedeponeerd is. Als hij het wapen optilt, zegt hij: ‘Ik heb in mijn leven maar één mens gekend die sterk genoeg was om (…) zo’n zwaard te hanteren.’ Hij doelt op Douglas, een ridder die van het hof verbannen is toen de koning nog een knaap was. Waarop Ellen zegt: ‘Het is van mijn vader. Hij is nu op de jacht.’

Twintig jaar later kocht ik het boek met de moedertekst. Het lange gedicht, The Lady of the Lake, bestaat uit zes delen van elk zo’n achthonderd strofen. Elk deel vertegenwoordigt een dag uit een gefantaseerd, romantisch heldenepos met in de hoofdrollen koning James V, Ellen Douglas en haar vader, de leider van de Douglas-clan.

De dichtregels laten zich, met het woordenboek binnen handbereik, makkelijk lezen. Ik citeer uit de eerste bladzijden:
The wanderer’s eye could barely view
The summer heaven’s delicious blue;
So wondrous wild: the whole might seem
The scenery of a fairy dream.
(…)
And thus an airy point he won,
Where, gleaming with the setting sun,
One burnished sheet of living gold,
Loch Katrine lay beneath him rolled;

Dan ziet James vanaf dat hoge punt een roeiboot op het meer.
The boat has touched this silver strand,
Just as the Hunter left his stand,
And stood concealed amid the brake (brake = kreupelhout),
To view this Lady of the Lake.

Ik heb het dichtwerk gelezen en enkele malen herlezen. Het is een spannend verhaal, met thema’s als liefde, dood, trouw, verraad, edelmoedigheid, gevangenschap en verzoening. Er komen ook voorspellende dromen, een veldslag en prachtige natuurbeschrijvingen in voor. De plaatsen uit het dichtwerk, Stirling Castle, Callander, Aberfoyle, de rivier Teith, de berg Ben Ledi: ik heb ze daadwerkelijk bezocht. Ik heb langs Loch Katrine gefietst en gewandeld, ik heb een blik geworpen op Ellen’s Isle (is er elders op de wereld een eiland dat vernoemd is naar een literair personage?). En wie zou mijn beste vriend worden? Ruud Douglas, regelrechte afstamming van de leiders van de Douglas-clan.

The Lady of the Lake was in 1810 Scott’s doorbraak buiten Schotland. Het bracht een toeristenstroom van Engelsen op gang die met de koets naar het noorden trokken om met eigen ogen te zien wat de dichter aan ongerept, woest natuurschoon had beschreven.

Hein van der Hoeven

Hein van der Hoeven (Haarlem, 1951. Huidige woonplaats: Den Haag) werkte van 1981 – 2014 op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf 2012 werden diverse korte verhalen van zijn hand in literair tijdschrift Extaze gepubliceerd. Bij uitgeverij In de Knipscheer verscheen in 2018 de roman Jongen met rood vest, met roofkunst als thema. In datzelfde jaar zag een Duitstalige novelle, Mach mal Pause, een verhaal bij een serie van zes schilderijen van Diederik Gerlach, het levenslicht. Hein van der Hoeven is voorzitter van het F. Springer Genootschap en lid van het schrijverscollectief Wild Mind.