Ik zie je

Kort verhaal

Ze loopt heupwiegend het restaurant binnen en kijkt om zich heen. De Cubaanse eetplek is verlicht met kleine lampjes. Aan de muren hangen verschillende typen schilderijen. Een paar abstract, andere realistische portretten van mensen. Er hangen ook enkele zwart-witfoto’s van karakteristieke plekken in Cuba. De muren zijn afgemaakt met strohoeden en slingers in verschillende kleuren.

Ze gaat aan de bar zitten, kijkt op haar horloge en daarna weer de ruimte in. De plek is redelijk gevuld. Van de ongeveer twaalf tafels zijn er maar twee vrij. Drie obers gestoken in het zwart lopen kriskras met een dienblad langs de tafels. Op een klein podium achterin de zaal zit een man in een hemd zo oranje als de zonsopkomst met een vilten hoed gitaar te spelen, terwijl een elegant geklede dame op leeftijd een Spaans lied zingt. De muziek is niet luid. Het geroezemoes van pratende mensen overstemt het.
    Zij is de enige persoon aan de bar met een toonbank van rode kabbes. De barkeeper, helemaal in het zwart, plaatst drankjes op een dienblad en knikt naar een ober om die op te halen.
    ‘Adembenemende jurk,’ zegt hij met een lach wanneer hij voor haar staat. ‘Wil je een tafel?’
    ‘Ik ga iemand ontmoeten,’ zegt ze. ‘Ik wacht hier even.’
    ‘Goed plan,’ zegt de barkeeper. ‘Kan ik je in de tussentijd een drankje aanbieden?’
    ‘Een caipirinha graag,’ zegt ze. Hij knikt en begint het drankje te maken.
    ‘Hmm, mijn jurk is niet te sexy?’ vraagt ze. Hij kijkt in haar ogen. Daarna zakt zijn blik naar haar borsten, die voor de helft uit haar zwarte jurk puilen. Ze trekt de onderkant van haar jurk naar beneden. Die was een stuk naar boven gekropen toen ze op de barkruk plaatsnam.
    ‘Straks kom ik makkelijk over. Ik twijfelde tussen dit en een pantalon met blouse. Maar het laatste kwam te zakelijk over, dus ging ik maar in deze. Maar nu heb ik het idee dat hij te kort is, en te diep uitgesneden bij mijn borsten.’
    ‘Staat je wel,’ zegt hij. ‘Hoe voel je je?’
    ‘Een beetje ongemakkelijk,’ zegt ze.
    ‘Maar wel sexy?’ vraagt hij, terwijl hij haar weer recht in de ogen kijkt.
    ‘Een beetje,’ zegt ze.
    ‘Dat is belangrijk. Je moet je goed en comfortabel voelen.’
    ‘Je zal hier wel veel mooie vrouwen zien komen,’ zegt ze.
    ‘Best wel.’ Hij schuift haar caipirinha naar haar toe. ‘Elke vrouw is mooi. Alleen twijfelen velen over hun schoonheid.’
    Ze neemt een slok van haar caipirinha en zegt: ‘Ze vinden dat ik te veel sproeten in mijn gezicht heb. Dat mijn haar te glad is. Of dan weer te kort. Dat mijn borsten te groot zijn. Of dat mijn heupen te smal zijn.’
    ‘Wie is “ze”?’
    ‘Mensen. Mensen hebben altijd commentaar. Het is net alsof ik naakt in de ruimte zit. Iedereen kijkt naar me. Iedereen veroordeelt me.’
    ‘Daarom niet naar ze luisteren,’ zegt hij. ‘Mensen projecteren hun onzekerheden vaak op anderen om zich beter te kunnen voelen. Daarom ben ik van mening dat iedereen moet doen waar hij zich goed bij voelt. Zolang het legaal is, natuurlijk…’
    Ze lacht. ‘Je weet veel over mensen.’
    ‘Door goed te observeren en luisteren. Ik kan meer dan drankjes serveren. Maar vaak ziet men voorbij dat. Ik moet ervoor zorgen dat hun drankje er is. Dat is belangrijk.’
Ik zie je,’ zegt ze.
    Hij lacht even en vraagt: ‘Wat voor werk doe jij?’
    ‘Ik zit in de verpleging. Sommige dagen is het werk best zwaar. Maar wanneer je ziet hoe blij patiënten zijn met jouw zorg en attentie doet het wat met je. Dan ben ik er best trots op dat ik voor dit beroep heb gekozen.’
    ‘Ik zie hoe je ogen fonkelen wanneer je praat,’ zegt hij.
    ‘Zo erváár ik het ook. Het is dankbaar werk.’
    ‘Ben je alleen daar mee bezig?’
    ‘In de ochtend ben ik aan het werk in het ziekenhuis, in de middag zit ik op school voor mijn masteropleiding. Om het ene weekend heb ik dienst en wanneer ik vrij ben, probeer ik slaap in te halen.’
    ‘Druk leven,’ zegt hij. ‘Zolang je maar gelukkig bent.’
    Ze haalt haar schouders op.
    ‘Als je niet met werk bezig bent, wat vind je dan interessant om te doen?’ vraagt hij.
    ‘Ik vind reizen interessant. Nieuwe plekken bezoeken. Culturen en mensen leren kennen. Maar ook gewoon aan het strand liggen met een caipirinha of mojito in mijn hand. Ik vind het gewoon fijn om ergens anders te zijn. Daarnaast hou ik van kunst. Compositie, kleuren, texturen en diepte… Dat iemand die je helemaal niet kent je met verf en vormen in je ziel kan raken.’
    ‘Je bent een vrouw boordevol passie,’ zegt hij.
    ‘Jammer dat mijn ex dat niet zag,’ zegt ze, blijft even stil en vervolgt: ‘Hij is een klootzak. Hij wist niet wat hij had. Hij liet me me onzeker voelen. Alsof ik niets was. Alsof ik niet telde. Hij vond dat ik alleen maar met werk bezig was.’
    ‘Zijn fout,’ zegt hij. ‘Hij zal er zelf wel achter komen welke fout hij heeft gemaakt. Maar dan is het te laat. Veel te laat.’
    ‘Twee rode wijn,’ komt een ober tussenbeide. ‘Een Trivento Tribu Sauvignon Blanc en een Maipu.’
    Hij knikt en zegt tegen haar: ‘Ik kom eraan, excuseer me.’
    Terwijl hij naar de andere kant van de bar loopt om glazen te pakken, neemt ze een pen uit haar tas, schrijft haar naam en nummer op een tissue en schuift dat onder haar glas. Net wanneer ze hem ziet terugkomen, hoort ze achter zich: ‘Ik ben er.’
    Ze kijkt om en ziet haar vriendin Josephine. ‘Hey,’ zegt ze.
    ‘Zullen we aan een tafel gaan zitten?’ vraagt Josephine.
    ‘Prima,’ zegt ze. Ze pakt het tissue terug en verfrommelt het in haar hand.
    ‘Ik kan je drankje bij je tafel laten brengen,’ zegt de barman, ‘geen probleem. Zal ik dat tissue voor je weggooien?’ Hij kijkt haar aan en trekt zijn wenkbrauwen op.
    ‘Ja, graag, is goed,’ zegt ze en overhandigt hem het tissue, dat hij direct in de ton gooit.
    Ze loopt met haar vriendin naar een ronde tafel van bruin copihout. Niet veel later zet een bejaardenverzorger twee kopjes thee voor hen neer. ‘Alsjeblieft, dames…’ zegt hij.
    Met haar hand zo gerimpeld als de weg naar Brownsberg neemt Josephina haar kopje van de tafel en neemt er een slok uit. Dan zegt ze: ‘Thelma, je kijkt naar die heer achter de bar alsof je hem op wil eten.’
    ‘Je zeurt,’ zegt ze. ‘We hebben een speciale connectie.’
    ‘Hoezo?’ vraagt Josephine.
    ‘Hij complimenteerde me met mijn sexy jurk.’
    Josephine maakt haar ogen klein achter haar dikke brillenglazen. ‘Je jurk met bloemmotieven vond hij sexy? Zal wel. Voor hem heb je ook je grijze haar los? En rode lippenstift gezet? En… ow, je hebt een push-up-bh aan, kan nooit comfortabel zijn…’
    ‘Hij kent ook mijn favoriete drankje,’ zegt ze.
    ‘Limoenthee?’ zegt Josephine. ‘Haast iedereen hier drinkt thee. Waar denk je dat je bent? In een bar, een restaurant? Misschien zou je… Moet je niet weer eens naar de dokter om te checken of je dementie niet verergert? Op je oude dag wil je maar dingen blijven doen. Toen je nog de kans had, heb je geen actie ondernomen. Je bleef, maar in dat huwelijk met een man die je niet respecteerde. Je werkte je kapot, want je wilde reizen, de wereld zien, maar je bleef werken en kwam nergens. En toen je met pensioen ging, was je te oud, te broos en te zwak.’
    ‘Het was niet zo makkelijk als je denkt,’ zegt ze. ‘Het was een andere tijd. Je moest je houden aan de regels die de samenleving je oplegde, anders werd er op je neergekeken. Nu kunnen vrouwen meer, maar je wéét hoe het toen was…’
    ‘Ja, het was moeilijker, dat heb ik ook ervaren,’ zegt Josephine. ‘Maar toen André mij zei wat ik wel of niet mocht doen, heb ik hem netjes de deur uitgetrapt. Geen man komt voor mij bepalen wat ik wel of niet mag. Het was niet makkelijk, maar ik heb geknokt.’
    ‘Ik was niet zo sterk als jij,’ zegt ze. ‘Ik wilde anderen niet teleurstellen of schande geven.’
    ‘Je dacht nooit aan jezelf,’ zegt Josephine. ‘Je had óók voor jezelf op moeten komen. Jij mocht óók gelukkig zijn. Elke dag ouder is een dagje meer verleden en minder toekomst…’
    ‘Je bent gewoon jaloers dat hij niet zoveel aandacht aan jou schenkt,’ zegt ze.
    ‘Ja, dat zal het zijn,’ zegt Josephine, waarna ze hoofdschuddend een slok van haar thee neemt.
    De verzorgers lopen zigzag door de ruimte met de grijze muren die eens wit zijn geweest. De een brengt een soepje, de ander vult een glas bij. De gemeenschapsruimte van bejaardenhuis Margriet is vrolijk versierd met slingers. In de hoek maakt een gelegenheidsband muziek. Een paar seniorenburgers zijn druk in gesprek, anderen eten rustig van hun soepje. Vier van hen dansen op een open plek.
    Ze kijkt in de richting van de verzorger die de drankjes bijschenkt en lacht naar hem. Als hij teruglacht, voelt ze haar gezicht rood worden.

Kevin Headley

Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaren schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant De Ware Tijd, het opinieblad Parbode en het Nederlands literair tijdschrift Tirade. Schrijvers die hem inspireren zijn Anton de Kom, Niccolò Ammaniti, Chris Polanen en Cynthia McLeod.