Het

Alles wijst erop, het is nog vers
het vlees te roze, de kop intact
met heiningdraad omwonden

achterlijf tot op de ruggengraat
ontvleesd is het nu half het dier
dat gisteren over heggen sprong

in het karkas liggen de longen
glanzend rood onaangetast

tussen nek en schouder
een dooraderd stratenplan

waar de pels werd afgescheurd
landt een blauwe vlieg

Hop op vensterbank

1.
geen kalm landen, eerder klampen
aan de onderrand, rozebruine keel

gestrekt, ogen wijd, kuif breed
opgezet, zwart gepunte kraag

bek dun en lang en scherp wringend
tussen muur en vliegenraam

2.
stil op stoel, hoe zinloos opstaan
hoe arm niet binnen kunnen laten

stil, houd het kijken op schoot
het vliegt weg als iets beweegt

Christine Van den Hove (Ninove, 1957) publiceerde de romans Colombe (2019, uitgeverij Kartonnen Dozen) en Het huwelijk (2022, de Wereldbibliotheek) en gedichten in o.a. Het Gezeefde Gedicht, de Poëziekrant en Het Liegend Konijn. Met twee gedichten haalde ze de top 100 van De Gedichtenwedstrijd (13e editie, 2021).
    Sinds 2012 woont ze in een afgelegen bergdorp in de Franse Pyreneeën. Veel van haar gedichten zijn observaties van de natuur en van de plek van de mens daarin. www.christinevandenhove.com