Onrust

het ideale huis heeft
ruime kamers, licht
door grote open ramen

en zicht op groen
in de tuin sta jij gebogen
over de Toscaanse rozen

of je luistert, het hoofd
wat schuin, naar de zang
van een lijster of een vink

achter de meidoornhaag
liggen de sporen naar
het station op loopafstand

zodat ik ’s nachts
het reizen hoor

weg kan gaan
en dan weer
thuis kan komen

Handbewegingen

omdat ik wil vergeten
ga ik naar ons huis

als ik niet kan vergeten
kan ik misschien anders

als ik niet ongedaan kan maken
kan ik misschien iets nieuws

ik kan voor het huis gaan staan
en jij achter het raam, je zwaait

zwaaien betekent vervolg
je zegt tot straks of tot ziens

of je wenkt, wenken betekent
kom binnen, kom terug

Christine Van den Hove

Christine Van den Hove (Ninove, 1957) debuteerde in 2019 met haar roman Colombe bij uitgeverij Kartonnen Dozen in Antwerpen. Twee jaar later verscheen een tweede roman, Het huwelijk, bij de Wereldbibliotheek. Ze werkt momenteel aan een derde roman.
    Met de bedoeling dat dit haar proza ten goede zou komen, begon ze in 2020 poëziecursussen te volgen bij Ingmar Heytze, Ester Naomi Perquin en Peter Swanborn. Sindsdien neemt poëzie in haar leven evenveel plaats in als proza. Van haar hand verschenen gedichten in o.a. Het Gezeefde Gedicht, Poëziekrant, Poemtata en de kalender van De Sprekende Ezels. Ze haalde met twee gedichten de top 100 van De Gedichtenwedstrijd (13e editie, 2021).
    Haar gedichten zijn pogingen om het onnoemelijke zichtbaar te maken. www.christinevandenhove.com