Elders bespreekt

Bientang van Jolyn Philips

B O E K B E S P R E K I N G

Bientang

Jolyn Phillips, Bientang
2020, uitgeverij Human & Rousseau, € 9,99 (e-boek)

De Zuid-Afrikaanse Jolyn Phillips, die in 2016 debuteerde met een bundel korte verhalen, bracht in 2020 de poëziebundel Bientang uit. Deze Afrikaanstalige dichter werkt een stuk hermetischer dan haar generatiegenoot Ronelda Kamfer, die veel bekendheid geniet bij het Nederlandse publiek, maar is niet minder geëngageerd. De lezer moet er alleen wat meer naar de boodschap zoeken.

Op het eerste gezicht lijkt Bientang misschien een verzameling natuurgedichten. De verzen besteden veel aandacht aan het landschap, vooral aan een grauwe en ruwe zee en kust. De taal roept beelden op van de woeste luchten van de Hollandse meesters. Dat is niet vreemd voor wie weet dat Kaap de Goede Hoop ook wel de Stormkaap wordt genoemd.

ek staan op die plaat klipgatgrot en die sandberge agter my voete is
plat my tone uitgesprei oor die skulpgruis wanneer die see terugtrek hoor
ek die ghoera die water is skoon en koud soos my bloed ek staan voor my
en kyk hoe die gety kwaad word

De gedichten vormen een sterk geheel en de meeste kennen geen titel. Enkele gedichten worden hoogstens aangeduid met bijvoorbeeld ‘//oëdienaar ’ of ‘//Klaas’, wat personages in de bundel lijken te zijn. De eerste gedichten laten ons kennismaken met een Khoisan-gemeenschap aan de kust van wat nu de omgeving van Kaapstad is. De Khoisan, in koloniale teksten ook wel bekend als de Hottentotten en de Bosjesmannen of Boesman, vormden de oorspronkelijke bevolking van de West-Kaap. We leren Bientang kennen, een jonge vrouw, die het ritueel van !nau gaat doormaken, een initiatierite voor jonge mensen die volwassen worden. In deze periode staat de persoon tijdelijk buiten de gemeenschap, is diegene taboe. Naast de gedichten bevat de bundel kopieën van teksten uit o.a. Races of Africa en A Dictionary of the Malay Language, met uitleg over de rituelen van de Khoisan en de Maleis-Afrikaanse woorden.

Tijdens haar !nau, halverwege de bundel, komt Bientang in aanraking met Lord Montagu, een personage gebaseerd op François Levaillant. Levaillant was een Fransman uit Suriname die tussen 1781 en 1785 een aantal reizen naar Zuid-Afrika ondernam. Hij schreef er verschillende boeken over, en zo is ook Montagu constant bezig met dingen omschrijven en benoemen: het landschap, de planten, Bientang zelf. Het verhaal, dat tot dan toe buiten de tijd leek te staan door het ontbreken van historische kenmerken, wordt ineens geplaatst in een specifieke periode van kolonialisme en Europese classificering van het Afrikaanse continent. Bientang, die aanvankelijk in de eerste persoon sprak, horen we ineens in de derde persoon. Niet langer is zij een personage dat spreekt, maar iemand over wie gesproken wordt.

Tussen Montagu en Bientang ontstaat een relatie, die Bientang in een moeilijke positie plaatst:

ek het mij !nau gebreek my grot gebreek
ek het my ma se beste kleed gesteel
my pa se joran en my ma se volstruiseiers
ek het vir hulle my bamboes agtergelos in my hut
ek het die loperbaai fyngekam ek is nou hier

Haar breuk met de Khoisan-gemeenschap maakt dat ze haar thuis verliest. Dat deze breuk tijdens haar !nau gebeurt, betekent ook dat naar traditionele maatstaven haar overgang naar volwassenheid verstoord is. Montagu heeft echter geen oog voor de lastige dilemma’s waar Bientang mee worstelt: hij ziet enkel het natuurschoon om zich heen en in plaats van haar te erkennen als een intelligente jonge vrouw die met heftige identiteitsproblemen worstelt, zegt hij: “you are the most beautiful savage I have ever seen”.

Lord Montagu vertrekt, en uiteindelijk zal Bientang weer een plek in de Khoisan-gemeenschap moeten vinden. De vraag blijft hoe ze zich verhoudt tot haar eerste confrontatie met het kolonialisme. Phillips haakt hier in op de discussie over mensen van kleur die de geschiedenis vanuit hun eigen perspectief optekenen.

nou kom jy met die aantyging dat ek jou ’n mite probeer maak
dat ek jou ’n stalagmiet probeer maak my woorde drup jou vas
in ’n soliede kalsietkolom die waarheid is
bientang ek gebruik jou om vir my ’n heenkoms te skep

Het thema van de bundel, het herschrijven van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis vanuit een niet-Europees perspectief, sluit aan bij een onderwerp dat al langer speelt in Zuid-Afrika. Zo is er de afgelopen jaren veel aandacht geweest voor Eva/Krotoa, de Khoisan-tolk die Jan van Riebeeck bijstond.

Bientang bevat vele lange omschrijvingen van de omgeving, en de traditionele context staat ver van de Nederlandse. Daardoor is de bundel bij vlagen wat moeilijk toegankelijk. Maar wie zich laat meevoeren naar de stormachtige stranden en het verhaal weet te ontdekken, stuit op een mooie, actuele en prikkelende vertelling in dichtvorm.

Boekbespreking door Francine Maessen

Francine Maessen (Den Haag, 1993) is letterkundige en is op dit moment voor haar proefschrift verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze onderzoek doet naar trauma en identiteit in het oeuvre van Breyten Breytenbach. Ze is gespecialiseerd in poëzie, Zuid-Afrikaanse letterkunde en traumastudies. Francine recenseert al enige jaren voornamelijk Nederlandse en Zuid-Afrikaanse literatuur, onder andere voor Passionate Platform en Spectrum.