siberië

hoeveel zouden alle hoofden wegen
die haar zo hebben bedacht

wat ze ook liegen
allemaal willen ze bestegen worden
in roze lakens nog het liefst

zij denkt terug en likt haar klauw
een zeis die wordt gewet
verguld gelakt
hun hals hun nek

moet ze een tegengif bedenken
nu het draaiboek is geschreven
weldadige duisternis opensmeren
over hun hoofden die eruitzien als hoofden
tijdelijk ontroostbaar
tot het uitmondt in iets van niets

of moet ze
hun nek nu al licht laten kraken
zoals een trein die aanzet
naar siberië
misschien

praalgraf

ze liggen gebeeldhouwd
op het snijpunt van geluiden
een booggewelf lijkt het van buiten
binnenin schimmelt erosie
droevig als na de bijslaap
peigert mijn licht zich af

zij kunnen niet meer winnen
dus verliezen ze in stijl
feilloos de neus voor decorum
verhaal van glas chroom staal
in een rank gesneden bastion

in mij wemelen gezichten
moeilijk te herkennen
keizers op gele racefietsen
uitverkochte schoonheidskoninginnen
rondingen ribbelingen
de substantie kassen van kadavers
het is niet de warboel die mij verwart
maar het eeuwig herbeginnen

leeg maar niet lichter
rijd ik terug naar leven
op de bezoekersparking
opent zich de slagboom
even

Marc Lonneville

Marc Lonneville (Brugge, 1957) studeerde taal- en letterkunde aan de Universiteit van Gent. Vanuit zijn vakgebied en zijn burgerdienst als opvoeder bij dove en slechthorende adolescenten ontwikkelde hij een grote interesse voor alle aspecten van de menselijke communicatie. Hij was vele jaren actief als docent literatuur en communicatie, onder meer op de Kunstacademie van Brugge. In 2021 debuteerde hij met de bundel Cassandra Stuiterbal, een poëtische zoektocht naar de ander die zowel gave als vloek in zich draagt. In 2024 verscheen zijn tweede bundel Minder in het echt, een onderzoek in het spanningsveld tussen schijn en werkelijkheid. De voorbije jaren verschenen gedichten van hem in verschillende tijdschriften.