Elders bespreekt

De vriend van Matisse

van Theo Monkhorst

B O E K B E S P R E K I N G

De vriend van Matisse

Theo Monkhorst, De vriend van Matisse
2023, Uitgeverij In de Knipscheer, 196 blz., € 19,50

Het boek voert de lezer naar het Noord-Franse platteland zoals dat er in 1903 moet hebben uitgezien. Het verkeer gaat per paard, per ezel en in bijzondere gevallen per koets. Van trein en tram nog geen spoor in deze uithoek aan de grens met België. Hier woont de hoofdpersoon van de roman: een boer op leeftijd die bevriend raakt met de jonge, toen nog net niet doorgebroken schilder Henri Matisse (1869–1954). Monkhorst geeft een arcadisch beeld van het leven van deze boer Théodore. Die doet het rustig aan, heeft wat varkens en kippen, en verwerkt de appels uit de boomgaard tot cider. Hij heeft liefde voor de dieren op zijn erf. De favorieten geeft hij namen als César, Mathilde, Maurice en Paultje (waarom hij de ezel een Nederlandse naam heeft gegeven, is onduidelijk). Aan het einde van de dag geniet hij, met de rug tegen de schuur gezeten, van de ondergaande zon. Een dorp verder woont zijn dochter Jeanne die getrouwd is met Bernard, een boer die zijn dieren eerder als productiemiddelen ziet dan als kameraden. De boer maakt zich levensgrote zorgen over de aanstaande bevalling van zijn enige dochter omdat zijn vrouw twintig jaar eerder in het kraambed overleden is.

Naast zijn agrarische bezigheden schrijft boer Théodore. Hij noteert zijn overpeinzingen op papier en bewaart die voor zichzelf. Ze worden in de roman cursief weergegeven. Mooie gedachten als: ‘Er wordt beweerd dat levende wezens grotendeels uit water bestaan, wat toch een vreemd idee is. (…) Zelfs als ik dood ben blijft er alleen stof over, geen water.’ En: ‘Naarmate ik ouder word versnelt mijn tijd. Vergelijkbaar met een bol touw die bij het afrollen zienderogen steeds vlugger slinkt.’

De schilder Matisse wordt met minder diepte beschreven dan de boer. Matisse is getrouwd, heeft kinderen. Maar meer over hen komen we niet te weten. Matisse komt naar de streek van de boer om er te schilderen. Matisse komt te logeren bij de boer, ze raken bevriend. Logé en gastheer gaan het gesprek aan over de liefde van de boer voor zijn dieren en de passie van de schilder voor de schilderkunst. Ze filosoferen over het wezen van schoonheid. Matisse schildert ter plaatse de ondergaande zon en voltooit daarmee zijn eerste expressionistische schilderij. Dat wordingsproces beschrijft Monkhorst. ‘Dit werk van Matisse leek uit vloeibaar zonlicht gegoten te zijn; licht dat alle kleuren feller maakte, dat pijn deed aan de ogen.’

Tussen schilder en model, beiden getrouwd, bloeit iets amoureus op. Dat ligt er in een roman dik bovenop. Voor een literaire roman misschien iets te dik. Het helpt niet dat de gevoelens van beiden wat afstandelijk worden weergegeven. Passages in enerzijds/anderzijds-stijl. Misschien net teveel uitleg, te weinig suggestie. Eerder academisch dan spannend.

De boer heet voluit Théodore le Nid du Moine. Vertaal je deze naam uit het Frans, dan kom je op Theo Monkhorst, de naam van de auteur. Als volger van de lokale politiek ken ik Monkhorst in de hoedanigheid van gewezen voorzitter van de Haagse VVD-fractie. Bij het lezen van de roman zie ik een man met het uiterlijk van Monkhorst voor me, niet een Franse boer anno 1900. Gedachten uit het schriftje van de boer komen niet voort uit het brein van een wijsgerig ingesteld natuurmens, maar uit dat van een hedendaagse Hagenaar. ‘Wat Bernard drijft is iets wat ook zonder hem bestaat: geld, vee, een boerderij. Hij maakt in die zin dus niets nieuws, terwijl Matisse iets maakt wat nog niet bestaat, wat totaal nieuw is.’ ‘De angst te sterven voor ik klaar ben met het leven en vooral de manier waarop, houdt mij meer bezig. Zeker nu ik ouder word.’

Schiet je Frans tekort, dan gaat er wellicht een lichtje branden bij het lezen van de slotregels. ‘Het huis van zijn vriend in het lege land tussen Champagne en Vlaanderen heeft hij (= Matisse) nooit weer bezocht. Er woont nu een schrijver, nazaat met dezelfde naam, zonder varkens en kippen.’ Mooi hoe Monkhorst zich verbeeld heeft dat de jonge Matisse ooit in zijn huis moet hebben rondgelopen en met die fantasie en vervolgens met gedegen onderzoek naar het leven in die tijd een roman heeft geconstrueerd.

Hein van der Hoeven